Slapeloze nachten

Met ons mannetje een jaar geleden bij mandy terecht gekomen. We waren radeloos. Shemar sliep de nachten niet door, ondanks dat hij al 6 was. Hij heeft door zijn schisis al veel operaties gehad en deze maakten, dat hij niet zelf wilde slapen of in de nacht meerdere keren in paniek wakker werd. Langzaam aan wist mandy het vertrouwen van shemar te winnen en wist shemar dat hij zijn emoties mocht tonen. Shemar heeft dankzij mandy hele grote stappen gemaakt. Hij slaapt nu over het algemeen goed en heeft gelukkig geen angsten meer.

Zo blij met Mandy. Dank je wel!

Interessant? Deel het!

Lees meer

Teveel fantasie, kan dat?

“Kun je echt teveel fantasie hebben?”, vraagt ze, terwijl ze me met een ongelooflijke blik aankijkt. Ik ben in gesprek met de ouders van de vijfjarige Mats en begrijp moeder’s verbazing. Fantasie is prachtig en zeer nuttig en wordt vaak gezien als een mooie eigenschap bij kinderen.

Maar bij Mats ligt dat anders. Hij laat in zijn spel teveel fantasie zien, of beter gezegd: hij heeft zijn fantasie te weinig begrensd. Hierdoor is het verbonden met gevoelens van angst en onveiligheid die je in zijn dagelijks leven op vele manieren terugziet:  druk gedrag, voortdurend op zoek zijn naar prikkels, niet kunnen ontspannen, weerstand tegen eten en slapen. Ook heeft Mats weinig besef van zijn lichamelijke behoeftes, is hij bang in het donker en durft hij niet alleen te slapen.

Gevoelens van angst
Onbegrensde fantasie, wat is dat eigenlijk en hoe kan het dat dit samenhangt met angst? Stel je eens voor hoe voelt als alles in je (spel)wereld zomaar kan veranderen, dat lieve dieren of mensen zonder reden ineens boosaardig worden, dat iemand plots superkrachten heeft, zonder dat daar aanleiding toe was die te ontwikkelen, dat een schot met een minikanon alles in één keer kan vernietigen. Stel je voor dat er van alles kan gebeuren in jouw wereld, waar je geen invloed op hebt, maar wat je wel in gevaar brengt. Wie is er dan in controle, waar is jouw veilige plek, waar kun jíj schuilen, je voeden, gekoesterd worden en liefde ontvangen? Wie ziet jou?

Creëren door het voor te stellen
Fantasie heeft nut, de letterlijke betekenis ervan is: het vermogen om je dingen voor te stellen of te verzinnen. Ik weet inmiddels dat als je je iets kunt voorstellen, dat je het ook kunt realiseren. En daarmee begint alle creatie dus in je ‘mind’ en is fantasie daar de startmotor van. Voor  kinderen is fantasie ook heel belangrijk om zich goed en evenwichtig te ontwikkelen. Met name jonge kinderen leren in fantasie- en rollenspellen de belangrijkste sociale vaardigheden, sociaal inzicht en empathie. Ze leren de wereld om zich heen beter begrijpen. Zit er een hiaat in dat begrip, dan gebruiken ze hun fantasie om dit op te vullen, zodat het geheel toch betekenis kan krijgen.

Geboortetrauma
Mats’ innerlijke gevoelens van angst en onveiligheid zijn deels terug te voeren op zijn traumatische geboorte-ervaring. Het aanbrengen van grenzen (lees: veiligheid) in zijn leven geeft mogelijkheden om dit stuk te helen en daarmee zijn oerbrein tot rust te brengen. Het oerbrein of reptielenbrein is dat deel van onze hersenen dat verbonden is met overleven en dus met onze oerreacties op gevaar: vechten, vluchten en bevriezen. In die zin kun je Mats’ grenzeloze fantasie zien als een mechanisme om de realiteit te ontvluchten, zíjn realiteit waarvan hij de imprint bij zijn geboorte meekreeg: de wereld is onveilig.  

Grenzen
Het aanbrengen van grenzen doen we als volgt. Thuis geven ouders Mats letterlijk meer grenzen, in de spelsessies richt ik mijn interventies op begrenzen. Ook werk ik er samen met Mats aan om zijn spel meer realiteit geven, zodat het betekenisvol wordt. Om zijn oerbrein verder tot rust te brengen, geef ik ouders ook een aantal massages mee voor thuis. Mats leert hiermee steeds beter hoe het voelt om zich veilig te voelen en hoe meer hij dit ervaart, hoe meer zijn gevoel van overleven’ plaats kan maken voor ‘leven’. Na een paar weken geven ouders aan dat Mats beter slaapt. Het inslapen gaat nog wat moeizaam, maar daarna slaapt hij wel de hele nacht door! Wat een verandering als je weet dat hij sinds zijn geboorte geen nacht heeft doorgeslapen! Verder zien ze dat hij meer ontspannen is, zich beter kan concentreren en meer besef van zijn lichamelijke behoeftes heeft. Het toegenomen vermogen om te focussen zie ik ook terug in de spelsessies. Maar wat nog belangrijker is: Mats is steeds meer hier en nu aanwezig, we hebben gesprekjes, er komt een spelverhaal op gang, alles lijkt te gaan stromen. Kortom: Mats’ gevoel van veiligheid groeit! We zijn er nog niet, maar Mats wat ben je een krachtpatser. Daar kunnen je ouders alleen maar heel trots op zijn!

Slaapt jullie kind ook slecht of heb je het gevoel dat hij/zij geen uitknop heeft? Heeft jullie kind moeite met ontspannen en loslaten? Voel je welkom bij Heft in Handen voor een oriënterend gesprek!

Harte groet,
Mandy

Interessant? Deel het!

Lees meer

Jij kunt het verschil maken!

In de tweede van het middelbaar zit ze alweer, onze kleine, grote meid. Afgelopen zomer werd ze 13 jaar en daarmee zit ze midden in de enorme transitie van kind naar volwassenheid. Ik zit in onze tuin en laat mijn gedachtes teruggaan in de tijd. Soms doe ik dat, het proces van groeien en ontwikkelen is voor mij een wonder op zich. Er komt een herinnering boven die mij nog steeds ontroert, elke keer als ik er aan denk.

Groot hart
Het is ‘t jaar 2013. Onze dochter zit in groep 3 en vandaag is ze jarig, ze wordt 7. Om te helpen met trakteren kiest ze haar vriendin en een klasgenootje, een jongetje, waar ze eigenlijk nooit mee speelt. Wanneer we het er ’s middags over hebben, ben ik verrast en vraag haar wat maakte dat ze voor hém koos. Ze haalt nonchalant haar schouders op en zegt: “Nou, gewoon…”. Ik ken het grote hart van onze dochter en vraag: “Of wordt hij nooit gekozen?”. Ze knikt. Ik kijk naar haar, mijn hart gaat open en mijn ogen zich vullen met tranen van trots en ontroering. Zij maakt deze dag zo’n belangrijk verschil, een grote daad van een kleine meid, een daad die het verschil maakt, tussen nooit worden gekozen en worden gezien en erbij horen!

Je hart openen is simpel
Het is een wijze les voor me, in hoe makkelijk het is meer liefde in de wereld te brengen. Als we voorbij onze eigen bubbel kijken, zijn er elke dag mogelijkheden om je hart te openen en de wereld een beetje mooier te maken. Ik kijk gewoon naar wat er op mijn pad komt. Ik lach eens naar een vreemde (en ze lacht terug), help iemand met boodschappen tillen (en voel me voldaan), ik koop een bloemetje voor mijn moeder (ze is aangenaam verrast), ik geef een inspirerend boek door aan een vriend (hij is er blij mee), bedank de leerkracht van mijn kind voor haar goede zorgen elke dag (ik voel warmte), maak extra soep voor mijn zieke buurvrouw (ze is blij). Ik doe het elke dag en ik merk hoe mijn hart open gaat.

Tip
Wil jij je hart openen? Praat eens samen met je kind(eren)/gezin over hoe je een verschil kunt maken voor iemand anders. Leer van elkaar en waardeer de moeite van iedereen boven het resultaat. Laat je verrassen door de antwoorden van je kinderen en maak dit een tijdje een vast onderwerp tijdens het eten of voor het slapen gaan. Hoe is het na twee weken? Hopelijk zijn jullie harten meer open gegaan!

Interessant? Deel het!

Lees meer

Positieve verandering?

Mijn dochter van 8 is ongeveer een half jaar in theraphie (speltheraphie) geweest bij Mandy. Ze zat ( na een scheiding, verhuizing en verandering van school) niet goed in haar vel, heel begrijpelijk natuurlijk. Ze kon er zelf niet goed over praten, had moeite met het maken van nieuwe vriendjes en vond onbekende situaties erg moeilijk. Mandy heeft haar echt onder haar hoede genomen en nu een half jaar later hebben we een hele andere dochter. Ze is vrolijk, speelt regelmatig met vriendjes en gaat nieuwe situaties veel beter aan. Mandy, heel erg bedankt wat je voor haar ( en ons) hebt gedaan.

Interessant? Deel het!

Lees meer

Gelukkige zoon en relatie verbeterd

Wij zijn 6 maanden met onze zoon van 5 bij Mandy geweest voor speltherapie. Onze zoon kon heel moeilijk met nieuwe dingen en situaties omgaan. Hij begon dan te huilen en raakte in paniek. Hij uitte zijn emoties niet en vertelde ook niets over zijn belevenissen. Na een aantal sessies ging het al wat beter tot het opeens stagneerde en mijn zoon de hakken in het zand zette.
Zelf Mandy wist even niet hoe we verder moesten. Ze besloot dat wij als ouders ieder apart van elkaar een opvoedopstelling zouden doen. Voor ons heel verhelderend en in ons gezin ging alles weer stromen.
Ook onze relatie is erdoor verbeterd! Hierna ging onze zoon weer naar speltherapie en is het snel beter gegaan. Met de week zagen we hem gelukkiger worden.
Nu is onze zoon inmiddels 6 jaar en zegt hij wat hij wil, kan benoemen wat hij moeilijk of spannend vind, wat hij heeft meegemaakt.
Hij is blij, gelukkig en vooral ontspannen en durft nieuwe dingen aan te gaan.
Dank je Mandy wat je voor ons met zoveel overgave gedaan hebt, als het goed gaat met je kind is het ouderschap zoveel mooier en leuker.
Moeder van zoon (6)

Interessant? Deel het!

Lees meer

Liefdevolle woorden

Vorige week liep ik met onze zoon van 9 jaar in de supermarkt. Terwijl wij aan het overleggen zijn wat we die avond gaan eten, horen we aan de andere kant van de gang een moeder met luide stem tegen haar kind zeggen: “Hou je k** eens en ga aan de kant!” Onze zoon kijkt me verschrikt aan en zegt: “oh mama, wat erg, dat mag niet he?!” Ik knik naar hem, sta ook stil , luister verder en voel dat mijn maag een beetje samentrekt.

De kracht van woorden

Woorden hebben een enorme kracht. Het woord liefde geeft een heel ander gevoel dan bijvoorbeeld het woord falen. Probeer maar eens. Sluit je ogen voor twee minuten, adem drie keer diep in en uit. Zeg nu hardop, een paar keer achter elkaar het woord liefde en voel wat het met je doet. Laat dit dan los en doe vervolgens hetzelfde met het woord falen. Merk je het verschil? Dit is wat woorden doen, ze hebben de enorme kracht om een kind zich waardevol of waardeloos te laten voelen, geliefd of afgewezen, heel of tekort schietend.

woorden die versterken

Waardevol zijn

Woorden en daden vormen samen een belangrijk deel van de boodschap die je als ouder aan je kind geeft. Als je positief praat, hoort je kind een positieve boodschap over de wereld. Kinderen die veel van dit soort boodschappen over zichzelf te horen krijgen, worden gevoed in het opbouwen van een positief zelfbeeld. Ze ontwikkelen een sterk gevoel van eigenwaarde en voelen dat ze belangrijk zijn en er toe doen.

Wonder

Taal hebben we ontwikkeld om onze gevoelens te delen met de mensen van wie we houden. Het is een wonder op zich! Je hier dankbaar voor voelen, maakt dat je voorzichter wordt bij het kiezen van je woorden. Wil je je kind helpen een positief beeld van zichzelf en de wereld te vormen, let dan op de woorden die je kiest en koester het oude gezegde: “Eerst denken, dan doen!” Vooral op momenten van frustratie, wanneer we er net als de moeder in de supermarkt, zonder nadenken van alles uitflappen. Niet meer dan menselijk, maar zo pijnlijk voor je kind. Schelden doet wel degelijk zeer!

Ik ben benieuwd of je hier iets van herkent in jou leven. Leuk als je me dat laat weten 🙂
Ik wens je in ieder geval veel mooie liefdevolle woorden en een mooie dag!

Harte groet,
Mandy

Interessant? Deel het!

Lees meer

Big br(m)other kijkt mee

Een half jaar heb ik nu deze praktijkruimte en ik moet je zeggen dat hij me bevalt. De plek biedt me veel privacy en rust en genoeg vierkante meters om fijn te kunnen spelen en werken, zowel met kinderen, jongeren als ouders. Veel kinderen vinden het lampje bij de deur het mooiste. Als je de schakelaar aan de binnenkant omzet, gaat aan de buitenkant een rood lichtje branden. De ogen van menig kind gaan schitteren als ik vertel dat ze dat lampje zelf aan en uit mogen zetten en als het aanstaat, dat dan niemand naar binnen mag, zelfs papa of mama niet.

Kwetsbare privézaken

Kinderen hebben net als volwassenen behoefte aan privacy, het is zelfs hun recht. Artikel 16 van het Kinderrechtenverdrag gaat hier over. Zo mogen ouders bijvoorbeeld niet ongevraagd de post of het dagboek van hun kind lezen en evenmin de berichten op de mobiele telefoon. Persoonlijk vind ik deze laatste best lastig. Ik respecteer de privacy van onze puberdochter écht, ik kijk niet in haar papieren, klop op haar kamerdeur en maak haar post niet open. Maar dat mobieltje…. Om eerlijk te zijn check ik wel af en toe wat er in haar online wereld gaande is. Kinderen hebben namelijk óók het recht om beschermd te worden tegen allerlei vormen van laster en tegen het onbedoeld en ongewild verspreiden van allerlei privacygevoelige informatie of beelden. Kwetsbare privézaken die in de veiligheid van mijn praktijk de ruimte kunnen krijgen als dat nodig is, maar die met de komst van het internet ook zo op straat kunnen liggen.

Check jij het mobieltje van je kind?

Alarmbellen

Die dreiging van gevaar en het recht op bescherming doen twee dingen met mij: 1. Mijn alarmbellen gaan af bij de minste of geringste verdachte post op haar Instagram of WhatsApp, 2. De oermoeder in mij wordt wakker en wil stante pede tegenwicht bieden aan het gevaar. Alles in mij gaat aan het werk om mijn kroost te beschermen tegen de grote boze buitenwereld. Hóe weet ik eigenlijk niet, want het vervelende met internet is dat die grote boze buitenwereld met één druk op de knop je huiskamer binnen komt en dat beschermen dus vrijwel onmogelijk is. Tenzij ik mezelf de komende jaren wil ontwikkelen als de vrouwelijke versie van Big Brother en voortdurend in de online wereld van onze kinderen wil rondsnuffelen. Maar om eerlijk te zijn voel ik daar niet zoveel voor.

Vertrouwen

Hoe dan wel? Volgens mij draait het in de basis om vertrouwen, overigens ook een grote kwaliteit van mijn oermoeder???? Vertrouwen én verbinding. Heb ik vertrouwen in onze dochter dat ze op een respectvolle manier met haar eigen privacy omgaat en met die van anderen? Heb ik vertrouwen in mijn eigen manier van haar daarin opvoeden? Heb ik vertrouwen in mijn eigen moederinstinct en dat ik zonder te bigbrotheren weet wanneer er iets loos is? En dan verbinding. Om mijn moederinstinct te kunnen volgen, zal ik in eerste instantie in verbinding met mezelf moeten blijven. Vanuit deze verbinding met mezelf kan ik een connectie met haar maken. Gewoon een gesprekje voeren aan het einde van de dag of als ze uit school komt: Hoe gaat het met je? Hoe was je dag? Hoe was het op Facebook/Instagram? Samen een taart bakken, meegaan naar een voetbalwedstrijd. Eens vragen als ze op haar telefoon zit wat ze doet, hoe ze het doet, interesse tonen. En ‘t enige dat ik nodig heb is (priori)tijd, ruimte en de wil om me met haar te blijven verbinden.

Lampje kan uit

En dan, na een tijdje, merk ik ineens dat ik ben gestopt met bigbrotheren. Het is avond, ik zit op de bank en de telefoon van dochterlief ligt naast me aan de oplader. Ik weet de code, maar het frappante is dat ik geen enkele behoefte voel om haar onlinewereld te checken. Ik merk dat mijn angst plaatsgemaakt heeft voor vertrouwen, vertrouwen in haar, vertrouwen in mezelf en dat de dreiging van gevaar naar de achtergrond is verdwenen. Ik merk ook dat ik weet dat het op dit moment goed is, dat er geen dingen loos zijn: alarmbellen zijn uit, oermoeder is rustig. Wat is het eigenlijk simpel: door met mezelf en met haar geconnect te blijven, groeit ons beider vertrouwen. Ik denk aan het lampje in mijn praktijk dat kinderen aanzetten om hun eigen veilige plekje te creëren. Vaak zijn bij deze kinderen ook de alarmbellen aan, omdat er iets loos is in hun leven, wat ze alleen maar duidelijk kunnen maken door voor de omgeving onbegrijpelijk gedrag te laten zien. Wanneer het ’t kind lukt om samen met zijn/haar ouders het signaal weer op veilig te zetten en het vertrouwen in zichzelf en in zijn ouders te laten groeien, dan kan het lampje uit en kunnen kind en gezin weer samen verder.

Ik ben benieuwd hoe jij met de privacy van je kind(eren) omgaat. Leuk als je er hieronder wat over schrijft!

Interessant? Deel het!

Lees meer

Wat is er toch met Anna?

Een verhaal over een groot verdriet

Ze wordt bij mij aangemeld in de praktijk door haar moeder. Thuis zijn er al langere tijd allerlei problemen met het gedrag van hun jongste dochter, Anna (7 jaar). School heeft nu ook aan de bel getrokken. Ouders maken zich behoorlijk zorgen. Anna is erg moeilijk in de omgang, vertelt moeder me in het eerste gesprek. Ze is vaak boos en verdrietig en kan zo driftig worden dat niemand meer in haar buurt mag komen. Ze schreeuwt en huilt dan alleen maar. Vaak is de aanleiding iets dat ze niet voor elkaar krijgt. Tijdsdruk verergert het gedrag , waardoor simpele dingen als aan tafel gaan of op tijd op school komen vaak uitmonden in een drama. Op school is ze erg in haar eigen wereld, waardoor ze lesstof mist en achter loopt. Ze is ook erg gevoelig en heeft grote moeite met plotselinge veranderingen en drukte. Dit heeft ze al vanaf dat ze een baby is, vertelt moeder. Anna voelt ook haarfijn de emoties van anderen aan. Het positieve daarvan is dat als iemand het moeilijk heeft, ze graag wil helpen. Dan laat ze zien dat ze ook een hele lieve kant heeft. Het vervelende ervan is dat ze die emoties van anderen met zich meeneemt en daar last van heeft. Tenslotte vertelt moeder dat ze als ouders zoveel mogelijk rekening met haar proberen te houden door van te voren duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren, wat ze gaan doen en waarom. Dat werkt het beste. Ouders hebben een heldere hulpvraag: “Dat Anna leert beter met haar emoties om te gaan en zichzelf niet meer zo in de weg zit”. Voor zichzelf hopen ze haar beter te gaan begrijpen, zodat ze haar ook beter kunnen begeleiden. Wat een liefde in dit gezin!

Eerste ontmoeting

De eerste keer dat Anna naar mijn praktijk komt, wil ze verven. Ze verft zichzelf en gebruikt veel vrolijke kleuren. Ik zie meteen dat ze ervan houdt zich creatief te uiten en dat het verven haar rust brengt. Als de tekening af is, wil ze spelen. Het neerzetten van het spelmateriaal doet ze zorgvuldig, het rollenspel is kort en bondig. Ze vindt het spannend iets van haar innerlijke belevingswereld aan mij te laten zien, wat overigens heel begrijpelijk is, gezien het feit dat ze voor de eerste keer bij me is. Dan is het tijd. Ze is trots op wat ze heeft gemaakt en fotografeert het met de telefoon van moeder. Qua spelontwikkeling oogt ze jonger dan haar kalenderleeftijd. Ik vraag me af of groep 3 de juiste plek voor haar is. Ze vond het leuk te komen en komt graag de volgende week weer. Een goede start, fijn! Hopelijk het begin van meer balans, liefde en geluk in haar leven.

Zoektocht

Anna is een jaar bij mij geweest voor spelsessies. In het begin intens, elke week, daarna minder en ook een hele periode niet om het daarna weer op te pakken. Het is een aantrekken en afstoten van haar kant, al komt ze altijd met plezier. Soms laat ze me dingen zien, soms ga ik te ver en haakt ze af. Ik loop bij haar op eierschalen, waarbij ik voortdurend in de gaten moet houden, dat zij de regie houdt. Ik zoek naar ingangen, volg haar in wat ze mij wil laten zien en heb geduld. Haar proces, haar tempo, sneller gaat het niet. Langzaam krijg ik, al spelend en werkend met haar, meer zicht op haar innerlijke belevingswereld, maar de onderste steen is na een klein jaar niet boven. De ouders van Anna zijn betrokken en open en we hebben regelmatig contact over hoe het met haar gaat, thuis, op school, elders. We zetten op veel dingen in, hooggevoeligheid, beelddenken, leren omgaan met emoties van jezelf en anderen, grenzen stellen etc. Soms gaat het een tijdje beter, dan is het weer moeilijk. Voor iedereen een zoektocht, maar vooral voor Anna.

Helderheid

Dan is er een moment in de begeleiding van Anna en haar ouders dat een aantal dingen op de goede manier samenvalt. Een moment van helderheid, dat mij op een goede manier een rilling bezorgt. Het is februari. Anna is een tijdje niet geweest en in overleg met ouders besluiten we dat ze nog een aantal spelsessies bij mij komt doen. Ik heb een aantal weken daarvoor een scholing gevolgd over prenataal trauma (http://www.crefmethode.nl ) en de gevolgen daarvan op de ontwikkeling van een kind. In het kort houdt dit in dat je ook als foetus in de baarmoeder al een trauma kunt ontwikkelen. Dit kan bijv. naar aanleiding van stress bij de bevruchting van de eicel of stress van de moeder die wordt overgedragen op het ongeboren kind. Maar ook roken tijdens de zwangerschap en een traumatische geboorte kunnen aanleiding zijn voor het ontwikkelen van een traumareactie. In een volgend blog zal ik jullie hier wat meer over vertellen, voor nu is het voldoende te weten dat dit soort trauma’s bestaan en dat ze gedrags- en leerproblemen bij kinderen kunnen veroorzaken. Met deze kennis in mijn rugzak,zie ik uiteindelijk wat er bij Anna daadwerkelijk speelt.

Anna’s huis

Ont-dekking

Ze komt vrolijk binnen op onze afspraak en wil graag weer verven. Ze schildert deze keer een huis, haar eigen huis, dat ze gaandeweg het verven steeds verder inricht (zie boven). Hal, keuken, woonkamer, badkamer, slaapkamer van haar oudere zus en haar eigen slaapkamer. Alles krijgt steeds meer kleur en Anna plaatst meubels als een bank, tv en bed in de verschillende kamers. Haar eigen kamer verft ze roze. Er staat een bed een kast en een bureau. Opvallend is dat ze bij het schilderen van haar bureau zegt: “dit is mijn helft van het bureau”. Ik vraag me af wat ze bedoeld, zou ze samen doen met haar oudere zus? Dan pakt ze de sponsjes en kiest het hartje. Met lichtroze stempelt ze dan twee hartjes in haar eigen slaapkamer. En dan begint het me te dagen… Zou het misschien kunnen dat Anna als tweeling is begonnen en in het prille moment van de zwangerschap de baarmoeder met een zusje of broertje heeft gedeeld? Heeft dit kindje op een vroeg moment in de zwangerschap het lichaam van moeder moeten verlaten om wat voor een reden dan ook? Het zou kunnen, een voorgeboortelijk trauma, dat zoveel verklaart van het gedrag van Anna. Het zou betekenen dat ze al jaren rouwt om het verlies van haar zusje, maar dat niemand dat weet, zij zelf misschien ook niet. Ik ben blij met deze ont-dekking en vraag moeder aan het einde van de afspraak of ik haar de volgende dag kan bellen, omdat ik iets met haar wil bespreken.

Kantelpunt

Aan de telefoon met moeder vraag ik hoe het gaat. Ze geeft aan dat het helemaal niet goed gaat, dat ze het gevoel heeft op een kantelpunt te zitten en dat alles de verkeerde kant op dreigt te vallen. Op school is een gedragsvragenlijst ingevuld en Anna laat veel kenmerken van gedragsstoornissen als ADHD, ODD, CD zien. “Alles is extremer”, zegt moeder, “maar dan op een negatieve manier”. Ik zeg dat we zo graag het gedrag van onze kinderen willen begrijpen en dat we daarvoor allemaal hokjes hebben gemaakt, waarin een kind past of niet past. Allemaal met de beste bedoelingen, maar dat ik denk dat er met Anna iets anders aan de hand is. Voorzichtig vraag ik: “Zou het kunnen dat Anna er één van een tweeling is?”. Even wordt het stil aan de andere kant van de lijn… dan zegt moeder: “Ik heb wel veel bloedingen gehad in het begin van de zwangerschap, het zou kunnen…. Zou dit het gedrag van Anna kunnen verklaren?” “Rouwen is een heftig proces”, zeg ik, “iedereen doet dat op zijn eigen manier, maar kinderen en helemaal jonge kinderen voelen alleen maar en hebben geen woorden om hier vorm aan te geven, dat maakt het extra moeilijk”. Ik vraag moeder de verftekening van de dag ervoor er bij te pakken en wijs haar op de twee hartjes in de slaapkamer van Anna. “Ja”, zegt moeder dan, “het zou kunnen, ze tekent wel altijd dingen dubbel, twee vogels in de lucht, twee bloemen in het gras, twee meisjes… En ze heeft ook altijd een pop bij zich, die sleept ze overal mee naar toe, al sinds ze heel klein is.” We praten nog een tijdje door en tijdens het gesprek vallen steeds meer puzzelstukjes op hun plek. Ik voel me dankbaar, wat een bewustwording, wat een kans voor Anna om te helen! Tenslotte bedenk ik samen met moeder hoe nu verder. Eerst haar man op de hoogte brengen, dan samen aan Anna vertellen dat ze waarschijnlijk een broertje of zusje heeft gehad. Moeder wil Anna ook een boekje geven voor brieven aan het ongeboren kindje en boekjes lezen over iemand moeten missen. Anna de ruimte geven om te rouwen en haar verdriet te uiten.

Ik mis je zo

Een week later spreek ik moeder weer. Ze vertelt me dat ze samen met vader, Anna heeft vertelt dat ze mogelijk de helft van een tweeling is en dat haar broertje of zusje al heel jong in de buik is doodgegaan. Het bijzondere is dat Anna meteen beaamt dat dat dit klopt en ze zegt ook dat ze haar zusje zo mist. Ja, eindelijk na al die jaren erkenning voor haar verdriet. Aan zo iets groots in haar leven worden eindelijk woorden gegeven en kan en mag het er zijn! Mijn begeleiding van Anna en haar ouders stopt hier. Rouwen kost tijd en ik heb de indruk dat de ouders van Anna haar heel goed zelf kunnen begeleiden in dit proces.

Ruim een half jaar later

Na ruim een half jaar neem ik nog eens contact op. Ik wil moeder vragen of ik iets mag schrijven over Anna’ s groeiproces en ik ben heel benieuwd hoe het nu met haar gaat. Ik ben aangenaam verrast, wanneer moeder vertelt dat het verbazingwekkend goed gaat. Op school gaat het goed, Anna gaat nagenoeg elke dag met plezier. Ze is lief, werkt mee, is flexibel, ouders hebben zo te horen een totaal ander kind. Moeder vertelt ook dat ze na de spelsessies bij mij nog een psycholoog in de arm hebben genomen. Ze zaten met de handen in het haar en wilden haar uiteindelijk toch maar laten testen. Dat is niet gebeurt. Anna is wel voor een aantal gesprekken geweest. Natuurlijk mag ik een blog schrijven, geeft moeder aan. “Waar gaat het specifiek over?”. Ik zeg over de impact van voorgeboortelijk trauma en de mogelijke gevolgen daarvan op de ontwikkeling van een kind. En specifiek over de zoektocht van jullie als gezin naar de oorzaak van Anna’s onbegrijpelijke gedrag: het verlies van haar zusje. “Verhip”, zegt moeder, “nu je het zo zegt, na een intense periode, waarin het moeilijke gedrag van Anna verergerde en ze veel bezig is geweest met haar zusje, moet ik zeggen dat ze het er de laatste tijd eigenlijk niet meer over heeft. Ze tekent ook geen dingen dubbel meer en haar pop heeft een veel minder belangrijke rol in haar leven”. “Het lijkt erop dat ze het verlies heeft kunnen verwerken”, zeg ik. “Ja”, zegt moeder, ja het gaat echt heel goed, eindelijk kunnen we verder en Anna ook! Ik zie de toekomst zonnig tegemoet!”

Interessant? Deel het!

Lees meer

Afleiden of verbinden

Vroeger rookte ik. Ja echt waar. Het is best confronterend voor me om dit zo op te schrijven en wanneer het onderwerp ter sprake komt, doe ik het vaak af met: “Ach nou ja, ik heb niet zo lang gerookt” of “Ach valt wel mee hoor, ben pas op mijn twintigste begonnen”. Maar feit is feit: ooit was ik een roker. Na wat onderzoek kom ik erachter dat zich volgens het CBS (2015), in de leeftijdscategorie 20-30 jaar het grootste percentage rokers bevindt. Gek toch? Ik dacht altijd dat de meeste rokers in hun pubertijd beginnen, de tijd waarin de groepsdruk gaat tellen, je erbij wilt horen en vooral niet anders wilt zijn dan je leeftijdsgenoten. Hoe zit dat dan met de twintigers anno 2017?

Veiligheid en autonomie

Ik denk dat ook twintigers zich vaak nog onzeker voelen over wie ze zijn en over hun plek in de wereld. Als ik naar mezelf kijk, was erbij horen op die leeftijd een belangrijke overweging om met roken te beginnen. De verbinding die ik door het roken voelde met andere rokers en die ook als je geen sigaret opstak bleef bestaan, gaf een veilig gevoel. Ik was in die tijd gaan studeren in een andere stad. Los van mijn veilige thuis en mijn oude, vertrouwde vriendengroep moest ik het zelf zien te rooien. Van buiten leek het of ik alles prima op orde had, van binnen was ik eigenlijk niet zo zeker van mijn zaak en vond ik het moeilijk om op mezelf te vertrouwen. Zo gaf het lidmaatschap van de rokersgroep me het zelfvertrouwen dat ik van binnen mistte. Roken gaf me ook een onafhankelijk gevoel, het was namelijk iets wat ik zelf besloot: mijn lijf, mijn leven en ik bepaalde wat ik ermee deed! In die zin voedde het mijn broodnodige zelfvertrouwen en gaf het me een gevoel van autonomie. Dat het me mijn gezondheid kostte, maakte me toen niet zoveel uit of beter gezegd, daar maakte ik me niet zo druk om.

Schijnveiligheid

Nu 25 jaar later kijk ik hier toch wat anders tegenaan. De veiligheid die ik ervaarde en waar ik zo naar op zoek was, was niet meer dan een schijnveiligheid. Ik verlangde naar verbinding en autonomie, maar creëerde juist het tegenovergestelde. De complementaire geneeskunde gaat er van uit dat je door te roken letterlijk en figuurlijk een rookgordijn optrekt. Het is een afleidingsmanoeuvre, waardoor je minder zichtbaar wordt voor je omgeving, maar je je er dus ook niet wezenlijk mee kunt verbinden. Door me te verstoppen achter mijn eigen gecreëerde rookgordijn, was mijn kwetsbare en onzekere deel veilig gesteld, niemand kon daarbij, maar diep vanbinnen voelde ik me eenzaam.

Lef en zelfvertrouwen

Gelukkig ontwikkelt een mens zich gedurende zijn leven. Zo ook ik. Toen ik klaar was met mijn studie, besloot ik te stoppen met deze ongezonde gewoonte. Vreemd genoeg gaf het stoppen me een zelfde gevoel van autonomie als het beginnen. Maar vooral het gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid waren doorslaggevend. Het was tijd voor anderen dingen en blijkbaar had ik genoeg lef en zelfvertrouwen verzameld om meer van mezelf te laten zien ????

Rookgordijn

Denk je nu na het lezen van het voorgaande “Oh, dit gaat niet over mij, ik rook niet, heb nooit gerookt”, dan zal ik je even wakker schudden. Ik denk namelijk dat de smartphone een soortgelijke functie heeft. We pakken het ding als we ons even vervelen (net als een sigaret), we kijken erop als we ons ongemakkelijk voelen (of we steken er één op). We verbinden ons via allerlei netwerken met elkaar, Facebook, Linkedin, Instagram etc. Ik hoor mensen pochen over het aantal vrienden en relaties dat ze hebben via hun sociale media kanalen. Maar werpen we daarmee niet ook een rookgordijn op? Maken we daar geen afleidingsmanoeuvres door vooral de mooie dingen uit ons leven uit te stallen, zodat het minder mooie niet wordt opgemerkt? Vermijden we niet om onze kwetsbare kanten te laten zien, dat wat we moeilijk vinden of waar we over piekeren als we ’s avonds in bed liggen? Ik pleit er niet voor om massaal je kwetsbaarheden de digitale snelweg op te slingeren. Maar met name voor jongeren is het belangrijk zich te realiseren dat je hier maar één kant van iemand ziet, en wel die kant waarvan de eigenaar vindt dat hij gezien mag worden. En alleen dat!

 

Ouders laat je zien!

Verbinden gaat voor mij over delen, over contact maken over de wezenlijke dingen in het leven. Liefde, geluk, maar ook pijn, angst, verdriet. Hoeveel makkelijker zou het voor jongeren zijn om zich kwetsbaar op te stellen als wij, ouders, dat ook doen? Als we stoppen met het opwerpen van onze eigen rookgordijnen en het lef hebben om in ieder geval thuis, in de veiligheid van ons eigen gezin, bij degenen die ons het liefst zijn, onszelf te laten zien! Is dat niet een mooie stap naar een betere wereld? En ja, die begint dan uiteindelijk toch ook gewoon weer bij jezelf!

Ik ben benieuwd of je dit herkent en wat jij doet om je wezenlijk te verbinden. Laat je het me weten? Ik wens je veel mooie momenten van verbinding!

Harte groet,
Mandy

Interessant? Deel het!

Lees meer